dinsdag 29 januari 2019


De limerick

Er was eens in het bos een huisje.

In dat huisje was een leuk kluisje.
Daar woont een dier.
Die eet graag mier.
Daar woont ook stiekem een muisje.

Van Esmé Debusschere


Er stond eens een ezel in de gang.
Die was echt nooit voor de Jean-Jaques bang.
Tot hij anders kwam,
met zijn hanenkam.
Sindsdien staat hij bij Mark de buurman.
Van Robbe Putman

Er was eens een madam in Spanje.

En ze was helemaal oranje.
Ze wou niet meer weg.
Want ze had veel pech.
Daarom ging ze naar Groot-Bretagne.

Van Rune Cannaert


Er was eens een dolfijn in de zee.
Maar ze was niet echt met haar groep mee.
Ze is wel roze
en ook een boze.
Heel haar groep zat nu in de puree.

Van Juliette Vanneste


Ik zag eens een pompoen.
Hij was ook heel groen.
Hij kon ook heel goed schrikken.
Van de flikken.
Maar hij was dan ook een grote kapoen.

Van Lukas Vanassche


Er is een president in Duitsland.
Die gaat super graag naar een eiland.
Er zijn kannibalen.
Dat is heel erg balen.
Hij ging terug naar zijn eigen land.
Van Lars Houtteman

Er zat eens een jongen in de tuin.

En ineens was het jongetje bruin.
Hij ging naar zijn vriend.
Maar hij was met Fien.
Hij was weer blij en maakte weer puin.

Van Lise Huyghebaert


Mijn tante komt uit Japan
en ze kookt heel graag in een pan.
Ze eet graag rosbief
en ze is heel lief.
En ze heeft een mooie naam, An.

Van Emely Gevaert